“Waterstof is cruciaal om te decarboniseren, en dus willen we het gebruik ervan sterk opschalen”

18/03/2024

Hydrogen is crucial to decarbonization

Haven van Rotterdam gaat decarboniseren


De haven van Rotterdam is de grootste van Europa, goed voor een jaarlijks overslagtonnage van niet minder dan 467 miljoen ton (in 2022). Daarbij is de haven ook de grootste energiehub van Europa. Randolf Weterings is Program Manager Electrification & Hydrogen New Business in de haven van Rotterdam. Hij  kent als geen ander de uitdagingen om haven en energiehub te decarboniseren.

“De haven van Rotterdam is een belangrijke toegangspoort voor goederen en energie richting Noordwest-Europa”, stelt Randolf Weterings. “Zo staat de haven in voor 13% van de totale Europese energiebehoefte. Daarbij is het havengebied zelf behoorlijk uitgestrekt. In een gebied van 42 km lang, en 2 tot 5 km breed, huisvest de haven zo’n 3.000 bedrijven. Om maar te zeggen dat de decarbonisatie opdracht van het geheel nogal wat voeten in de aarde heeft.”

Pijlers voor decarbonisering

“In 2016 zijn we begonnen met concrete plannen voor decarbonisering rond vier pijlers: efficiency en infrastructuur, een nieuw energiesysteem, een nieuw grondstoffen- en brandstoffensysteem en duurzaam transport. Wat infrastructuur betreft, willen we ervoor zorgen dat alle faciliteiten aanwezig zijn om te kunnen decarboniseren: een groter en sterker elektriciteitsnet en voldoende waterstof-, CO2-, warmte- en stoomnetten.” 

“Het nieuw energiesysteem draait rond hernieuwbare energiebronnen, maar omvat ook de elektrificatie van de industrie en de uitbouw van het waterstofprogramma. Waterstof zien we enerzijds als energiebron en anderzijds als bouwsteen voor de grondstoffentransitie. De grote kracht van waterstof uit hernieuwbare bronnen zoals windenergie zit hem erin dat de waterstof koolstofvrij is en dat het een middel is om hernieuwbare energie te transporteren en op te slaan.”

“Het nieuwe grondstoffen- en brandstoffensysteem gaat over het uitbouwen van bio-based industrieën en het opzetten van een circulaire economie. De duurzaam transport-pijler tenslotte, omvat onder andere het gebruik van schone brandstof voor schepen en vrachtwagens die van en naar Rotterdam gaan.”

Waterstof: opschalen is de boodschap

“Waterstof is één van de bouwblokken die cruciaal zijn om te decarboniseren, en dus willen we het gebruik ervan sterk opschalen. We hebben het dan zowel over low carbon waterstof als over hernieuwbare waterstof, want we kunnen ons - zeker niet op korte termijn - beperken tot één van de twee. Het is de ambitie dat we tegen 2030 jaarlijks 0,6 miljoen ton klimaatneutrale waterstof lokaal kunnen produceren en dat we daar bovenop nog eens 4 miljoen ton per jaar importeren.” 

“Wat onze lokale productie tegen 2030 betreft, rekenen we op 0,5 miljoen ton low carbon waterstof en 0,25 miljoen ton hernieuwbare waterstof. 0,2 miljoen ton verkrijgen we door de CO2-uitstoot van bestaande waterstoffabrieken te capteren en veilig te stockeren in ondergrondse gasvelden. Het Porthos Carbon Transport & Storage project zorgt ervoor dat dat gaat gebeuren. In oktober 2023 heeft Porthos daartoe de final investment decision genomen en sindsdien zijn de eerste materialen voor de aanleg van Porthos al geleverd. We verwachten over twee jaar operationeel te zijn.”

“De resterende 0,3 miljoen ton low carbon waterstof komt uit het H-Vision project: restgassen uit de industrie, die in de toekomst zullen worden omgezet naar waterstof.”

Hernieuwbare waterstof

De 0,25 miljoen ton hernieuwbare waterstof zal worden geproduceerd door elektrolysers. Deze zullen worden gehuisvest in een zogenaamd conversiepark, dat zich in de Maasvlakte bevindt. Hier heeft Air Liquide de bouw van een elektrolyser gepland, die een capaciteit van 200 MW heeft. 

“Maar omdat we tegen 2030 over een waterstofcapaciteit van 2 à 2.5 GW willen kunnen beschikken, zijn we gestart met de bouw van een tweede conversiepark. We stellen de terreinen van dit conversiepark ter beschikking van het consortium of de partij die de tender van het IJmuiden Ver windmolenpark wint. De hernieuwbare elektriciteit van het windpark kan dan worden gebruikt om op grote schaal hernieuwbare waterstof te produceren.” 

“Zonder hernieuwbare elektriciteit is het onmogelijk om hernieuwbare waterstof met elektrolysers te produceren, en daarom hebben de producenten zo’n stroomafnamecontract nodig. Die aanpak is overigens in lijn met de nieuwe Europese regels rond hernieuwbare waterstof. Bovendien is het een efficiënte manier om windenergie optimaal te integreren in het energiesysteem. En door de productie van waterstof aan de kust in te plannen, voorkomen we extra belasting van het hoogspanningsnet. Daarom stimuleert het ministerie deze aanpak.” 

“We voorzien om tegen 2050 in Rotterdam zo’n 20 à 25 gigawatt aan groene energie van offshore windmolens beschikbaar te hebben voor de productie van hernieuwbare waterstof aan wal, of waarbij de waterstof ter plaatse aan de windmolens zelf al wordt geproduceerd.
Die 20 à 25 gigawatt is meteen ook het maximaal haalbare, want we hebben ook windenergie nodig om kolencentrales te vervangen en we hebben geen ruimte over om nog meer windmolens te plaatsen. Gezien alle andere activiteiten op de Noordzee is het op een gegeven moment gewoon vol.”

Import

We kunnen in Noordwest-Europa niet voldoende hernieuwbare energie opwekken om de waterstof te produceren die we nodig hebben, en dus moeten we sowieso een groot gedeelte importeren. Voor de haven van Rotterdam rekent men op zo’n 18 miljoen ton per jaar tegen 2050. Daartoe is de haven op dit moment met meer dan 20 landen in gesprek. Naast de geopolitieke situatie is vooral de stroomprijs van de hernieuwbare energie daarbij doorslaggevend. In regel is die stroomprijs in landen met betere zonne- en windomstandigheden lager dan hier.

Er zijn meerdere dragers voor het transport van waterstof over lange afstanden beschikbaar, die elk hun sterke en minder sterke punten hebben. Maar gezien de korte tijd die rest om de doelstellingen van 2030 te behalen, zullen we tot dan vooral gebruik moeten maken van ammoniak, omdat de technologie daarvoor al breed beschikbaar is. In de Rotterdamse haven hebben inmiddels al negen terminals aangekondigd dat ze waterstof gaan importeren, en zes daarvan hebben zich voorgenomen om dat te doen op basis van ammoniak.

“Voor hernieuwbare waterstof die binnen de EU geproduceerd wordt, is er vandaag een certificeringssysteem beschikbaar waarmee producenten kunnen aantonen dat de waterstof 100% hernieuwbaar is. Maar voor waterstof die van buiten de EU geïmporteerd wordt, sluiten de certificeringsschema’s nog niet goed op elkaar aan. Wel heeft de Hydrogen Council – waar Havenbedrijf Rotterdam en Air Liquide bij aangesloten zijn – hiervoor al de eerste afspraken gemaakt op de laatste COP28 klimaattop.”

Infrastructuur

Eind 2023 heeft Hynetwork Services (een dochteronderneming van Gasunie, het Nederlandse gasinfrastructuurbedrijf, n.v.d.r.) de eerste spade in de grond gestoken voor de aanleg van het landelijk waterstofnetwerk. Vanaf 2030 moet dit netwerk de belangrijkste industriële regio’s van Nederland met elkaar verbinden en de aansluiting maken naar België en Duitsland. Het eerste deel kan al in 2025 in gebruik worden genomen en verbindt de Maasvlakte met Pernis.

“Daarnaast hebben we ook een sterker en beter uitgerust elektriciteitsnet nodig. Daarom bouwt netbeheerder Tennet onder meer een nieuw hoogspanningsstation op de Maasvlakte. Zo kunnen we al die grootschalige offshore windprojecten en de geplande elektrolysers optimaal faciliteren.”

Air Liquide

“Air Liquide is een belangrijke partner voor ons, onder meer omdat ze een koploper en versneller zijn met betrekking tot het verduurzamen van de haven, en dan vooral rond waterstof. Air Liquide heeft meerdere productie-units in gebruik en het bedrijf beschikt over heel wat infrastructuur. Daarnaast is het onze verwachting dat Air Liquide ook een grote rol zal gaan spelen rond de import en handling van waterstof. Dankzij hun kennis en ervaring kan Air Liquide ook andere partijen in de haven bijstaan om de overstap naar waterstof te maken.”

Van praten naar doen

“De tijden waarin er alleen maar werd gepraat zijn gelukkig voorbij. Er is nu echt een stap gezet van praten naar doen. Je merkt dat, eens de overheid belangrijke besluiten neemt, zaken in een stroomversnelling komen.”

“Toen de Green Deal er kwam, heeft een aantal belangrijke spelers alvast de beslissing genomen om met waterstof aan de slag te gaan. Air Liquide was één van die koplopers. Ze wisten toen al dat waterstof noodzakelijk is om te decarboniseren en zo hebben ze een mooie voorsprong opgebouwd.”

CONTACTEER ONS